dinsdag 24 februari 2015

Een hoop leven




Als je een bruisende tuin wilt, moet je werken met planten die zich helemaal in hun sas voelen op de plaats waar je hen zet. En die plaats wordt dan weer in belangrijke mate bepaald door de grond waarin de plant zal moeten samenleven met ontelbaar vele diertjes en micro-organismen.

Grond is een redelijk recent fenomeen, want oorspronkelijk bestond onze aarde enkel uit rotsen. Maar die zijn gaan verbrokkelen, bevriezen, ontdooien, eroderen, schuren en oplossen en zo ontstonden  grindkorrels, zanddeeltjes, slibdeeltjes en kleideeltjes. Grootste verschil tussen al die deeltjes is hun grootte. Als je je een zandkorrel als een tennisbal zou voorstellen, dan is een slibdeeltje zo groot als een hagelslagkorrel, en is een kleideeltje nog steeds microscopisch klein. Hoe kleiner die deeltjes, hoe minder luchtig de grond, omdat die deeltjes dan dicht tegen elkaar kleven. Hoe groter de deeltjes, hoe droger de grond, omdat het water er dan gewoon doorheen loopt.

En wie zich afvraagt hoe ik zo slim ben geworden : dit alles vind je erg eenvoudig uitgelegd en geïllustreerd in het laagdrempelige boek van Roelke Posthumus.

Deze biologe heeft haar naam trouwens niet gestolen, want ze heeft me als eerste ook echt duidelijk kunnen maken wat het verschil is tussen humus en compost. Kort door de bocht is compost het resultaat van een door mensen beïnvloed composteringsproces en is humus het resultaat van een veel trager afbraakproces, dat 100% natuurlijk is. En wie wat geduld aan de dag weet te leggen, krijgt natuurlijk ook een beter product. Door de taaiere moleculen is deze teelaarde veel langer werkzaam.

Misschien wisten jullie dit allemaal al, maar wie na deze info nog steeds geïnteresseerd is en niet vies van enige worm, schimmel of bacterie, moet dit boekje zeker eens lezen. Want zoals Steve Stevaer ooit zei : "Als ik het begrijp, begrijpen de mensen het ook!"