dinsdag 12 april 2016

Camellia japonica - van een oosterse schoonheid


Toen we twee jaar geleden ons eigen stukje paradijs kochten, was dit voor een belangrijk deel overwoekerd door klimop. Daar heb ik me deze winter eens goed tegenaan gegooid en er zijn heel wat kubieke meters klimop via GFT zakken langs de voordeur naar buiten gegaan. 

Resultaat zijn heel wat lege borders, netjes afgedekt met mulch en hier en daar een schrale heester, die de strijd om water en voedingstoffen langzaam maar zeker aan het verliezen was. Aan sommige hangt nog een kaartje van de vorige eigenaars, en zo waren die meteen geïdentificeerd. Maar één schraal takje kon ik niet thuisbrengen, en na heel wat wikken en wegen besliste ik het maar te laten staan.

Dus zo kom ik op een ochtend de tuin ingewandeld en zie ik voor het eerst een wonder van een bloem. Eén takje, één bloem. En ik wist meteen dat ik een camelia had gespaard.

Met één L of twee? Camelia in het Nederlands en Camellia als wetenschappelijke naam. De meest bekende - en ook deze op de foto - is de Camellia japonica, die we ook wel Japanse roos noemen. Deze is wintergroen, met glanzend blad, en bloeit dus vroeg in het jaar. Maar je hebt haar de voorbije weken ongetwijfeld al in talrijke voortuinen zien staan.

In Japan zijn ze dol op de camelia, omdat de bloem in zijn geheel van de plant valt en dit als een fragiele vorm van perfectie wordt beschouwd. En zulk kunstwerkje mocht ik dan deze ochtend in al haar glorie aanschouwen ...