dinsdag 29 december 2015

Natuurlijk paard houden



Ik ben meer het flora- dan het fauna-type, moet ik toegeven. Dus had ik zeker niet durven voorspellen dat ik ooit een boek over paarden houden zou aanbevelen. Nu kan ik ook best alles interessant vinden, als het maar met passie en kennis van zaken geschreven is. En dat is het minste dat je van dit boek kan zeggen. Dus als je zelf paarden houdt, of je ontwerpt een tuin waar ook paarden, ezels of pony's hun plaats moeten in vinden, dan moet je dit boek zeker lezen!

Voor mijn project "Donkie en Froefroe" ben ik op bezoek geweest bij zorgboerderij "Ezelkunsten" in Maarsbergen, naast Utrecht. Daar werd me ook dit boek aangeraden. En ik moet zeggen, het las als een trein. Zo geboeid was ik, dat ze hier thuis al ongerust waren dat ik me meteen een volbloed ging aanschaffen. Maar dat ben ik nu ook weer niet van plan. Want als je zo'n paard of een ezel verantwoord wil houden, dan heb je daar de klok rond werk mee.

De basis van natuurlijk paard houden is zo evident, dat het vaak over het hoofd wordt gezien. Duizenden jaren genetisch materiaal van het wilde paard, een prooidier in zijn natuurlijke omgeving, maakt dat het ruimte nodig heeft, overzicht, beweging, spel en ... gezelschap. Want paarden hebben interactie nodig met hun soortgenoten.  Eerst en vooral om zich veilig te voelen. Maar ook om zich vol te kunnen ontplooien.

Vandaag ga ik wat dieper in op het ontwerp van de tuin, de weide en de stallingen. Volgende week krijgen jullie van mij enkele tips rond de ideale beplanting.

Zoals gezegd moet je voor paarden voldoende ruimte voorzien. Aangeraden wordt zo'n 0,6 ha per paard. Tenzij er echt veel ruimte is, verdeel je het weiland best in drie delen, waarbij je elk deel zo'n 4-6 weken laat begrazen, en 8-12 weken laat herstellen. Paarden worden niet gelukkig van een proper erf, een onberispelijk gazonnetje en een kraaknette stal. Ze willen avontuur, buiten zijn, rollen in het stof. De stal is geen standaard onderkomen voor een paard, tenzij het ziek of gewond is. Jouw dier zou zelf de keuze moeten kunnen maken om binnen of buiten te zijn. Dus zie dat het vanuit de stal steeds buiten kan, en zorg ervoor dat het op de weide ook een schuilgelegenheid heeft voor zon, wind, regen of irritante insecten.

De weide kan je omheinen op verschillende manieren, elk met zijn voordelen en nadelen :
- palen en draad is goedkoop, maar paarden raken gemakkelijk met hun benen verstrikt in de draad
- PVC is mooi en maakt geen splinters, maar is duur
- een houten hek is mooi in het begin, maar wordt snel lelijk als de paarden/ezels er aan knabbelen
- schrikdraad is goedkoop en makkelijk aan te passen, maar je hebt stroomapparaten nodig en het kan ook omwaaien

Je kan echter ook werken met een natuurlijke omheining, en daar ga ik volgende week dieper op in ...

dinsdag 22 december 2015

Wintergroen



Bij het ontwerp van een tuin start je best vanuit een basisstructuur van wintergroene planten. Niet je terras, pergola of vijverpartij vormt de basis van jouw tuin. Het hart ervan is namelijk groen.

Om het spannend te houden zorg je voor verschillende vormen en hoogtes. Maar ook de textuur van de planten speelt een rol. In de combinatie op deze foto's contrasteert het grote blad van de laurierkers met het kleine blad van de buxus. De buxus heeft een eerder strakke groeiwijze, de Chinese kamperfoelie rechts ervan groeit losser. Het blad van de laurierkers vangt dan weer meer licht, terwijl de kamperfoelie donkerder is.

In de lente zijn er bloesems, in de zomer een rijkdom aan bloemen, en in de herfst de verkleuring van het blad. En de winter? In dit seizoen haalt een tuin zijn persoonlijkheid en kracht uit zijn architectuur. In dit seizoen zie je met één blik of de basis van een tuin wel goed zit ...



dinsdag 15 december 2015

detuinontwerper.be : Project "Donkie & Froefroe"



Nu de tuin is opgedeeld in zones, start ik met het ontwerp van het noordelijke tuingedeelte. Deze tuin is zo'n 50 meter breed en 9 meter diep, en nog volledig braakliggend. Hij wordt afgescheiden door een hoge coniferenhaag, en ligt voor een belangrijk deel van de dag in de schaduw. Dat laatste is op zich geen probleem, want de bewoners zijn niet bepaald zonnekloppers.

De grootste uitdaging is de vorm: een lange koker. Deze keer niet in de lengte, maar in de breedte, en versterkt door de immense coniferenhaag. Bovendien wordt dit tuingedeelte nog minder diep, doordat achteraan een doorgang voor Donkie & Froefroe wordt voorzien. Ook hier is het contact met de dieren een belangrijk uitgangspunt.

De bewoners willen vooral groen en wit in de tuin. Uit hun antwoorden op mijn vragenlijst kwam de voorkeur voor een meer formele tuin naar voor. Daar heb ik dan ook mijn eerste schets op gebaseerd.

   

Op basis van deze eerste schets hebben we een lang en inspirerend gesprek gehad. Over wat de tuin voor hen betekent, wat ze mooi vinden en waar ze zich goed bij voelen. Zo kwamen we op een gedeelde liefde voor boomschors. Misschien geen vlekkeloos materiaal, maar sfeervol, authentiek en natuurlijk. Dit zal de basis vormen van de paden doorheen de beplanting.  

Verder waren we het erover eens dat deze eerste schets wat spanning mist. Dit komt omdat enkel de bomen voor hoogte zorgen, en de hagen te vlak blijven. De bewoners houden van massieve hagen, en die gaan in het tweede ontwerp voor meer massa zorgen. Erg belangrijk ook om de vorm van de tuin te doorbreken.

Een beetje verrassend voor mij kwam de vraag om de serre aan het zicht te onttrekken. Die zal namelijk niet enkel door hen gebruikt worden, en dan willen ze wel hun privacy op het terras behouden. Ik heb slechts een strook van 3 meter tussen de serre en het terras, dus daar ga ik nog even over nadenken...



dinsdag 8 december 2015

Callicarpa bodinieri


Misschien heb je je onlangs nog afgevraagd welke plant zulke bijzondere paarse bessen draagt. Misschien weet je het gewoon. Of - héél misschien - is hij je nog niet opgevallen. Ik heb het over de 'schoonvrucht', in de volksmond ook wel 'paarse bessenplant' genoemd. Geen van beide namen lijken me vergezocht. 

Callicarpa is een plant voor het najaar. In de zomer valt hij weinig op. Critici vinden hem dan ronduit saai. Zelfs wanneer hij van juni tot augustus bloeit, doet hij dat bescheiden in kleine schermen van lila bloemetjes. Daarna vormen zich de bessen, die van grijs naar paars verkleuren.




En dan begint dus de pret. Eerst krijgt het blad een mooie verkleuring, en dit tot laat in de herfst. Dan nemen de bessen over. Zij geven al een mooi contrast bij het frisgroene blad, maar komen pas helemaal tot hun recht op de kale wintertakken. Doordat de bessen erg bitter zijn, vinden de vogels ze maar niets en blijven ze tot laat in het najaar hangen. 

Callicarpa wordt zo'n twee meter hoog en staat graag in goed gedraineerde, humusrijke grond. Voor de rest is het een eenvoudige struik. Hij houdt van zon of lichte schaduw. Snoeien hoeft niet, en doe je enkel om hem vorm te geven. Hij is doorgaans vrij van plagen en ziektes. En doordat hij zichzelf bestuift, heb je geen tweede plant nodig om van zijn bessen te genieten. Makkelijk toch?

dinsdag 1 december 2015

detuinontwerper.be : Project "Donkie & Froefroe"



Welkom bij Donkie en Froefroe, onze ezels van dienst. Samen met drie pony's nemen zij een centrale plaats in in het leven van mijn opdrachtgevers. En het is hun uitdrukkelijk verzoek om dit ook te vertalen in de tuin.

Deze tuin is zo'n 70 are groot, en de vele gebouwen erop zorgen voor enkele uitdagende hoekjes en kantjes. De pony's staan vooraan op een gehuurde wei, en de ezels bewonen vandaag het achterdeel van de tuin. We gaan hen ook centraal een plaats geven.



Hoe begin je aan zo'n grote opdracht? Dit is een heel ander verhaal dan bij een kleine stadstuin. Hier moet je eerst erg goed nadenken over welke zone je waarvoor wil gebruiken. Dus heb ik na de opmetingen op basis van de tuinwensen een zoneplan gemaakt.  

De rode zones zijn voor de viervoeters, de groene voor de tweevoeters. En de blauwe zone had ik voorzien voor de kinderen. Na bespreking met de opdrachtgevers werden achteraan enkele zaken bijgestuurd, zoals aangegeven door de witte lijnen. Een aparte speelzone voor de kinderen hoeft niet, omdat dit tuindeel pas als laatste zal worden aangepakt en de kinderen dan al groter zijn. Hierdoor wordt de ezelweide iets minder diep, maar loopt ze wel over de hele breedte van de tuin.

Aan de noordzijde van de tuin voorzien we een ezelpad, waardoor de dieren op eigen initiatief van de ene weide naar de andere kunnen stappen. Dit geeft ad random circulatie en dat maakt het spannend. Een afscheiding in schrikdraad zou ik willen camoufleren met inheemse hagen, maar de precieze aanpak daarvan moet ik nog eens goed bestuderen...